Structuur voor het boek

Hieronder staat een overzicht van de indeling van het boek. Dit is nog een opzet, dus laat je niet afschrikken als je iets wil schrijven dat niet precies in deze indeling past.

 

Wat er aan vooraf ging

Bewegingen komen niet uit het niets aanzetten, zij zijn gebouwd; het gevolg van eerdere strijd. De stappen van de Bungehuisbezetting naar het Spinhuis1 (eerder dat academisch jaar) zijn gemakkelijk gemaakt. In dit hoofdstuk echter zouden we willen kijken naar eerdere pogingen om bewegingen te bouwen in de jaren voor de bezettingsgolf en daarin de verschillen en overeenkomsten uitlichten. Denk hierbij aan de Schuldengeneratie, de strijd tegen de AFS op de FNWI, Actiegroep Titanic en de strijd tegen de langstudeerdersboete.

 

Bouwen

Een onderwerp waar we graag over schrijven en ook van anderen publicaties zouden willen ontvangen is het radicaliseringsproces. Een beweging moet gebouwd worden en om te groeien heeft het nieuwe mensen nodig. Door dit niet te zien als een proces waar een passieve doelgroep gerekruteerd wordt, maar als een manier waarop individuen hun eigen agency claimden, kunnen we leren op welke manieren wij beter in de toekomst nieuwe mensen kunnen aantrekken en radicaliseren. Hier zouden we naast een analyse ook enkele persoonlijke verhalen kunnen plaatsen over hoe het radicaliseringsproces bij specifieke personen is gebeurd.

Bewegingen bestaan uit de mensen die erin actief zijn. Wij moeten er dus voor zorgen dat mensen actief kunnen blijven. Er zijn veel dingen die ervoor kunnen zorgen dat mensen niet langer actief kunnen of willen blijven: mensen hebben weinig tijd (werk, studie, etc rooft daar doorgaans het meeste van), actief blijven kan zwaar zijn en leidt veel te vaak tot burn-outs. Repressie is gericht om mensen te pacificeren en daar moet kordaat op gereageerd worden. Wij willen graag teksten zien over de lessen die wij kunnen leren om duurzamere bewegingen te bouwen uit de afgelopen jaren van strijd in de studentenbeweging.

Om effectief te kunnen vechten met de systemen die ons willen uitbuiten en onderdrukken, moeten wij proberen zo min mogelijk afhankelijk te zijn van deze systemen. Dat betekent dat wij een eigen, autonome, infrastructuur moeten opbouwen. Wij moeten een eigen revolutionaire cultuur kweken, projecten opzetten om onze gemeenschappen een ruimte te geven waar zij in ieder geval deels kunnen ontsnappen aan dagelijkse onderdrukkingspraktijken. Daarnaast ook projecten die onze strijd direct en indirect ondersteunen, zoals eigen media, solidariteitsfondsen, etc. Hoe is dat gebeurt in het Spinhuis, Bungehuis, Maagdenhuis en wat zijn de lessen die hieruit te trekken zijn?

    Heb jij gezien hoe mensen juist wel of niet actief worden in een beweging? Heb jij dingen meegemaakt die als voorbeeld kunnen dienen voor het bouwen van nieuwe bewegingen? Of heb jij een ander idee voor een tekst over het bouwen van bewegingen? Laat het ons weten! Ook als je niet precies weet wat je zou willen schrijven over dit onderwerp zouden we bijvoorbeeld een keertje kunnen afspreken.

 

Organiseren

Dingen moeten georganiseerd worden en dus is er behoefte aan organisatie/organiseren (het werkwoord), dat is echter niet hetzelfde als een organisatie (de club). Het gaat om de processen en ontwikkelingen. Die hoeven zich niet per se binnen instituties af te spelen. We kunnen ons voorstellen dat veel mensen nog steeds nachtmerries hebben over de eindeloze GA’s. Of dronken herinneringen ophalen aan succesvolle acties die je georganiseerd hebt. Schrijf het op! Hieronder een paar ideeën vanuit ons die wij in het boek zouden terug willen zien,

In dit thema zouden we graag stukken willen zien die processen van organiseren onder de loep nemen. Niet een tekst over de relatie tussen DNU en HR als organisaties met claims over een radicale en een gematigde identiteit, maar wel over dynamieken die zich afspeelden waar we van kunnen leren, zoals de samenwerking tussen de bezetters van het Bungehuis en de mensen die in de demonstratie liepen op de eerste dag van de bezetting. Juist om het proces van samenwerking, (interne) strijd, de manier waarop mensen beslissingen maakten, redenen om wel of niet door te gaan met acties, hoe er om gegaan werd met hierarchie, de manier waarop acties uitgevoerd werden, etc.

Verder zouden we ook teksten willen verzamelen die kijken naar de manieren waarop beslissingen werden gemaakt, de problematiek van concepten als democratie en consensus. Daarnaast de manier hoe bestaande onderdrukkende mechanismen in de samenleving in beide een rol spelen. Verder is het interessant om te kijken hoe termen als zelforganisatie en autonomie gebruikt werden. Het gelijktijdige gebruik van concepten als democratie en autonomie laat spanningen zien in de organisatiepraktijk. Zo bleef de General Assembly van het Maagdenhuis functioneren als het ‘legitieme’ beslissingsorgaan en werd er door mensen kritiek geleverd op acties die uit andere bronnen voortkwamen. Denk bijvoorbeeld aan de ‘bezetting’ van het Bungehuis ten tijde van de Maagdenhuisbezetting waar een spelletjesavond werd georganiseerd en de afschuwelijke General Assemblies die zich tegelijktijdig en daarna afspeelden.

Als we de wereld willen veranderen zullen we het zelf moeten doen. Ook in de periode van de bezettingen zijn er veel acties geweest náást de bezettingen. Wij zouden hier graag spannende verhalen over verzamelen en kritische reflecties hierop. Waarom kwamen er zo veel of zo weinig mensen op die ene demonstratie af? En waarom was die ene actie zo spannend en leuk, terwijl die andere een eeuwigheid leek te duren? Als jij een inzicht hebt waarom dit zo was, dan is dat exact waar wij naar op zoek zijn!

 

(Revolutionaire) Politiek

    Hoe zag/zie jij de relatie tussen de studentenbeweging en andere strijden? Ben jij actief geweest in andere bewegingen (ten tijde van de studentenstrijd of later)? Wij willen graag weten wat je ervaringen hiermee zijn. Zijn er bepaalde lessen die je hieruit hebt getrokken? Dat zijn mooie aanvullingen in het boek, dus stuur ons dan een mailtje.

In het Spinhuis 1 en tijdens de bezettingen van het Bungehuis en het Maagdenhuis werd er veel gesproken over intersectionaliteit en solidariteit met andere vormen en intersecties van strijd. Wat kwam hiervan terecht en wat waren de problemen? Onderwerpen waar men dan bijvoorbeeld aan zou kunnen denken zijn: De houding van mensen tegenover de ont-genderde toiletten die zeer verschillend was in het Bungehuis en in het Maagdenhuis, de dekoloniale politiek die door mensen van University of Colour geïntroduceerd werd in de studentenbeweging en hoe hier mee omgegaan werd.

Daarnaast zouden wij ook graag stukken zien die bespreken hoe solidariteit vorm kan krijgen, dingen die verder gaan dan de ‘studenten solidair met …’ banners en rode vierkantjes dragen op demonstraties die niet over onderwijs gaan. Verder kunnen er soms vervelende dynamieken ontstaan, omdat solidariteit alleen de vorm van lip-service krijgt. Hier kan dan uiteraard ook gekeken worden naar de rol van ‘ally politics’.

 

Vijanden:

Voor een goede analyse van processen van strijd moet er ook naar de handelingen van onze vijanden gekeken worden. Wij willen graag stukken zien waarin de handelingen en de strategiën van onze vijanden worden onderzocht en uitgelegd. Een stuk waarin de positie van Yasha Lange (spindocter voor de UvA ten tijde van het Maagdenhuis) wordt uitgediept bijvoorbeeld. We kunnen ons goed voorstellen dat er een hoop mensen zijn die nog een appeltje te schillen hebben met bepaalde personen of instituties: daar is dit het hoofdstuk voor. Interesse? Stuur ons een mailtje met een idee!
    Hoe gingen de managers en bureaucraten die de universiteit en de stad besturen om met de protesten? Wat voor pogingen werden gedaan om met harde repressie of coöptatie de beweging de nek om te draaien? Wij willen graag stukken zien die deze pogingen van managers en bureaucraten beschrijven en ingaan op de manier hoe wij zo effectief mogelijk deze pogingen kunnen bestrijden.

 

    Politie
De politie heeft iemand omvergereden met een paard terwijl ze het Bungehuis ontruimden, ons uiteindelijk het Maagdenhuis uitgetild, ons geslagen terwijl wij ‘no violence’ riepen: hoe zijn we daar mee omgegaan? En tegelijkertijd, hoe zijn zij als instituut omgegaan met de protesten? Wat zijn de lessen die we hieruit kunnen halen?

    Liberalisme
De meeste organisaties die tijdens de studentenprotesten actief waren, noemden zichzelf niet expliciet revolutionair. Toch waren de protesten begonnen om meer dan alleen de bezuinigingen, academische vrijheid en democratie op de universiteit. Veel mensen zagen dit slechts als kleine onderdelen in de strijd tegen alle vormen van uitbuiting en onderdrukking. In de beweging werd er hevig strijd geleverd tussen een revolutionaire tendens aan de ene kant die de strijd wilde verbreden en een liberale tendens die de status quo wilde handhaven, met kleine verbeterpuntjes. Wij willen graag stukken zien die een beeld schetsen van deze strijd en analyseren waar de invloed van liberalen en het liberalisme vandaan komt en hoe dat bestreden kan worden. Denk hierbij aan discussies over ‘gewelddadige’ en ‘geweldloze’ acties, oproepen om niet in te gaan tegen beslissingen van studentenraden of de General Assembly en uitspraken zoals ‘we moeten wel denken aan ons imago denken als actievoerders’.

    Media

De media zag de studentenprotesten als een spektakel waar zij een eigen slaatje uit konden slaan. Soms leek het alsof zij aan onze kant stonden en even enthousiast en meewerkend waren als sommige mensen binnenin de bezettingen; keer op keer doken er artikelen op van sensatiejagers. En niet alleen in de Telegraaf of Geenstijl. Ook hebben wij ze ingezet om onze eigen sensatieverhalen juist uit te lichten. Met persberichten die we verstuurden, in persconferenties etc. Hoe hebben wij de media gebruikt en hoe hebben zij ons gebruikt? En wat zijn de concrete lessen die we daaruit kunnen halen voor toekomstige bewegingen?

One more Blackblog